Lagen we lekker te slapen, hoor ik ineens een hoop sirenes en dat terwijl we de geluiden van de snelweg niet hoorden. Ik zag ook zwaailichten door de kier van het gordijn.
En ja hoor er stond een brandweer en een ambulance bij het buurhotel voor. De brandweer ging even later weer weg. Ik heb geen mensen naar buiten zien komen, dus brand was het niet. Hopelijk niet iets ernstigs dan. Gelukkig viel ik snel weer in slaap. Voor vandaag hadden we twee dingen in de omgeving van Macon uitgezocht. De eerste was het Jarrell Plantation State Historic Site. Onderweg daar naar toe zie ik een Bald Eagle vliegen.
Oh ik vind dit zulke mooie vogels, blij dat we er deze vakantie toch nog één gezien hebben.
Bij de plantage aangekomen kunnen we na het betalen van een kleine bijdrage het landgoed op. Deze plantage valt niet te vergelijken met Boone Hall of de plantages uit Louisiana. Het draait hier om de familie Jarrell.
John Fitz Jarrell, geboren in North Carolina, koopt in 1840 een stuk grond van 200 acres in de heuvels van Georgia. Hij begint hier een katoenplantage en deze loopt goed. Ten tijde van de Civil War worden de katoenplanten vernietigd. Na de burgeroorlog gaat hij de plantage opnieuw opbouwen samen met zijn tweede vrouw. Zijn eerste vrouw is aan het einde van de burgeroorlog door tyfus om het leven gekomen. Na het overlijden van John Fitz heeft zijn zoon de farm overgenomen en heeft in 1895 nog een woning op het stuk grond (wat inmiddels al flink groter was geworden omdat de buren het moeilijk vonden om de heuvels als landbouwgrond te houden) gebouwd. Hier ging hij samen met zijn vrouw wonen, terwijl zijn moeder nog in het andere huis bleef. Zoon Dick was erg vooruitstrevend en ging de oogsten verwerken middels stoommachines. Ze leefden niet alleen van katoen, maar ook van siroop gewonnen uit sugarcanes. In 1920 werd er nog een huis gebouwd omdat het huis uit 1895 te klein geworden was. In dit huis wonen nog steeds afstammelingen van de eerste Jarrell. Deze familie kon overleven door de vooruitstrevendheid van zoon Dick. Zelfs een katoenplant etende bug kon de familie niet klein krijgen. Door deze kever trokken veel boeren weg en heeft de staat er een forest van gemaakt. In 1974 hebben de afstammelingen de plantation en alles (behalve het huis uit 1920, want daar werd nog in gewoond) overgedragen aan de state als een historisch monument.
Het 1920 huis wat nog steeds bewoont is, uiteraard met aanpassingen naar het huidige tijdperk.
Het 1895 huis van binnen.
Het 1840 huis.
De smederij.
Sjon en ik waren erg onder de indruk van dit stukje geschiedenis. Het was erg rustig, we liepen letterlijk met zijn tweeën over het terrein. Hierna zijn we naar het Ocmulgee Mounds National Historical Park gereden.
Ocmulgee Mounds National Historical Park is een door archeologen ontdekt gebied waar sporen van meer dan 17.000 jaar geleden van de indianen zijn ontdekt. De belangrijkste overblijfselen zijn grote grondwerken die zijn gebouwd door de Zuid-Appalachian Mississippian-cultuur.
De archeologen hadden veel gevonden uit die tijd en dit lag allemaal in het museum opgeslagen. Wij kozen er hierna voor om over het terrein te wandelen in plaats van met de auto rond te rijden.
Natuurlijk hebben we het park niet zonder een stempeltje verlaten.