Vandaag is het weer verhuisdag, we gaan Havelock en de mooie stranden achter ons laten. Om niet over de Interstates te rijden, had ik een alternatieve route bedacht, meer langs de kust dacht ik. Konden we onderweg af en toe nog even stoppen om de benen te strekken en genieten van de uitzichten. Maar eerst een stop bij Fort Macon State Park.
Dit park is het tweede meest bezochte State Park in North Carolina. En dat begrijpen we helemaal. Het is goed onderhouden, met in het Fort zelf de museum.
Je loopt als het ware door de geschiedenis. Fort Macon is gebouwd in 1826 om de aanvallen vanuit zee te bewaken.
De huidige US Coast Guard ligt ook naast het Fort. Fort Macon was ten tijde van de Civil War in handen van het zuiden en in maart en april 1862 aangevallen door het noorden.
Ten tijde van WW II had de US Army het fort weer in gebruik genomen en bemand.
In oktober 1946 is het fort weer vrijgegeven.
Omdat we nog een stukje moesten rijden naar onze volgende bestemming hebben we het fort achter ons gelaten en zijn op pad gegaan. Helaas de route die ik gekozen had was ook gewoon een 55 mile weg met aan beide kanten alleen maar bomen. We reden dwars door het gebied van Camp Lejeune, dit is de militaire trainingsfaciliteit van de korps Mariniers. Het leuke hiervan is dan dat je in de lucht verschillende varianten helikopters ziet vliegen.
Maar verder was de rit erg saai. Rond de lunch zijn we een eiland opgereden en aan topsail beach een broodje gegeten.
Na de lunch zijn we naar ons hotel in Wilmington gereden. Nadat we onze spullen naar de kamer hadden gebracht (gelukkig konden we al inchecken) hebben wat rondgereden in de omgeving.
We blijven hier maar één nacht.